Competentie: Snel schakelen

Gedragsbeschrijvingen

 

• Weet adequaat in te spelen op onverwachte (urgente) zaken.
• Handelt effectief in een dynamische of snel wisselende omgeving.
• Weet moeiteloos het ene onderwerp los te laten om vervolgens het andere onderwerp op te pakken.

 

‘…Geen punt, net zo makkelijk…’

Als je in een heel diffuse omgeving makkelijk en vlot uit de voeten kunt met nieuwe informatie, als je niet snel vastzit in je eigen spoor, als je meerdere taken tegelijkertijd aan kunt, als je het niet storend vindt om plotseling tussendoor iets heel anders te moeten doen, als je je makkelijk op een nieuwe taak kunt concentreren, als je er vlot een mouw aan weet te passen als het allemaal onverwachts anders gaat, dan beschik je over de competentie snel schakelen.

 

Snel kunnen schakelen is essentieel in een werkomgeving waar veranderingen en onverwachte gebeurtenissen continu plaatsvinden. Door adequaat te handelen en flexibel te blijven, kun je effectief omgaan met wisselende prioriteiten en meerdere projecten tegelijkertijd beheren.

 

Ontwikkel- en leervragen voor snel schakelen

 

• Wat zijn manieren om op adequate wijze in te spelen op onverwachte situaties?
• Hoe handel ik in een snel wisselende omgeving?
• Kan ik drie projecten naast elkaar ‘in de lucht houden’?
• Hoe kan ik schakelen tussen verschillende taken zonder focus te verliezen?

 

Ontwikkeltips voor flexibel en adequaat handelen

 

Tijdens het werk

• Houd je agenda nauwkeurig bij en maak een actielijst. Dit helpt je om overzicht te houden over zaken die moeten gebeuren. Plan in je agenda ook wat tijd voor het ordenen van je gedachten en je spullen.
• Bereid je goed voor op vergaderingen en de onderwerpen die besproken gaan worden, zodat het snel schakelen minder moeite kost.
• Werk samen met een collega waarbij de competentie snel schakelen goed ontwikkeld is.
• Doe tussen je werk door wat ontspanningsoefeningen om gefocust te blijven en stress te verminderen.
• Leer prioriteiten te stellen en bepaal welke taken direct aandacht nodig hebben en welke kunnen wachten.
• Train jezelf in snel kunnen schakelen door bewust taken met verschillende prioriteiten af te wisselen.

 

Buiten het werk

• Met een coach kun je samen zoeken naar de oorzaken van stressvolle situaties en naar mogelijke oplossingen.
• Oefen ontspanningstechnieken zoals mindfulness of meditatie om stress beter te beheersen.
• Zoek sociale ondersteuning bij collega’s, vrienden of familie om druk en stress bespreekbaar te maken.
• Leer prioriteiten te stellen en tijd efficiënt te beheren om overbelasting te voorkomen.

 

Coachingstips voor leidinggevende

 

• Ga in op stressvolle situaties. Hoe kan de medewerker in deze situaties rustig blijven? Voor het houden van overzicht kan de medewerker gebruik maken van de 5 W’s: wie, wat, waar, waarom en wanneer?
• Wijs de medewerker op het belang van goed luisteren.
• Laat de medewerker kritisch kijken naar zijn eigen werkplek. Hoe is deze georganiseerd? Is dit overzichtelijk? Ga ook in op de rol van de ondersteuning van de medewerker. Hoe is dit geregeld?
• Stimuleer de medewerker om flexibel te zijn en snel te schakelen zonder overzicht te verliezen.

 

Mate van ontwikkelbaarheid van stressbestendigheid

 

Deze competentie is alleen te ontwikkelen als iemand over voldoende inlevingsvermogen beschikt en flexibel gedrag. Anders is snel schakelen lastig te ontwikkelen.

 

Relatie tussen snel schakelen en andere competenties

 

Snel schakelen is een verbijzondering van de competentie aanpassingsvermogen. Vooral het verschuiven van de focus van aandacht is erg belangrijk. Snel kunnen schakelen heeft ook te maken met het vermogen om te kunnen concentreren. Daarnaast zijn de competenties luisteren en inlevingsvermogen van belang voor de competentie snel schakelen.

 

Snel schakelen heeft een relatie met stressbestendigheid. Als iemand effectief kan blijven werken, ondanks dat er veel verschillende dingen op hem afkomen, zegt dit ook iets over de competentie stressbestendigheid. Snel schakelen wordt makkelijker als iemand goed kan luisteren, kan delegeren en zijn eigen werk goed kan organiseren.