Competentie: Integriteit
Op consistente wijze handhaven van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen in woord en gedrag. Het daarop aanspreekbaar zijn en het aanspreken van anderen hierop.
Gedragsbeschrijvingen
- Leeft algemeen aanvaarde sociale en ethische normen na en is daarop aanspreekbaar.
- Spreekt anderen aan op het consistent naleven van algemeen aanvaarde sociale en ethische normen.
- Gaat zorgvuldig met persoonlijke en/of gevoelige informatie om.
‘…Ik vind dat niet kunnen…’
Als je het belangrijk vindt dat zorgvuldig met mensen wordt omgegaan, als je altijd wilt voorkomen dat je met twee petten op werkt, als je transparant wilt zijn in normen en gedrag, als je sterk hecht aan het hoog houden van de waarden van de organisatie, als je het belangrijk vindt anderen in hun waarde te laten, als je iemand aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid wanneer je iets ziet dat volgens jou niet kan, als je niet bent om te kopen of anderszins te beïnvloeden, ook niet onder druk, dan beschik je over over de competentie integriteit.
Ontwikkel- en leervragen
- Op welke wijze kan ik belangenverstrengeling voorkomen?
- Hoe krijg ik meer zicht in de verschillende belangen tijdens conflictsituaties?
- Waarom lukt het niet om anderen aan te spreken op het naleven van de normen en waarden die de organisatie stelt en hen tegelijkertijd in hun waarde te laten?
- Hoe kan ik mijn bewustzijn vergroten met betrekking tot het belang van zorgvuldig omgaan met persoonlijke en gevoelige informatie?
- Hoe kan ik mijn integriteit behouden, zelfs in uitdagende situaties waarin er druk wordt uitgeoefend om af te wijken van ethische normen?
Ontwikkeltips
Tijdens het werk:
- Welke dilemma’s met betrekking tot integriteit bent je recentelijk tegengekomen in je eigen werk? Hoe heb je toen gehandeld? Welke overwegingen lagen hieraan ten grondslag? Wat waren de gevolgen? Wat zou je anders doen?.
- Bespreek met collega’s en/of je leidinggevende wat je normen zijn met betrekking tot het uitvoeren van het werk. Ga na in hoeverre je normen overeenkomen en verschillen met die van collega’s. Wat is cruciaal in het goed kunnen functioneren?
- Wat versta je onder integriteit, wat vind je belangrijk voor jezelf en voor anderen?
- Zorg ervoor dat je doet wat je zegt, kom afspraken na, wees open en transparant naar anderen.
- Bouw een vertrouwensband op met collega’s, zodat zij zich comfortabel voelen om integriteitskwesties met jou te bespreken.
- Werk samen met een collega, waarbij de competentie integriteit goed ontwikkeld is.
Buiten het werk:
- Bespreek met een coach verschillende situaties waarin je tegen belangenverstrengeling aanliep.
- Zoek naar mogelijkheden om vrijwilligerswerk te doen of lid te worden van organisaties die zich inzetten voor ethische waarden en integriteit.
- Volg eens een dilemmatraining
- Lees boeken of artikelen over ethische dilemma’s in het bedrijfsleven en reflecteer op hoe je hiermee zou omgaan in je eigen werk.
Coachingstips leidinggevende
- Creëer een open cultuur waarin medewerkers zich veilig voelen om ethische kwesties aan te kaarten en waar integriteit wordt beloond.
- Vraag de medewerker om voorbeelden te geven van integer gedrag tijdens de uitoefening van zijn functie. Maak hem vervolgens duidelijk welke waarde je hieraan hecht en wat de organisatie eronder verstaat.
- Bespreek situaties waarin de medewerker een gebrek aan integriteit liet zien en maak afspraken over het gewenste gedrag.
- Geef zelf het goede voorbeeld: kom afspraken na, wees open, respecteer aan je toevertrouwde informatie, laat anderen in hun waarde, etc.
- Laat de medewerker zich een aantal vragen stellen als hij zich zichtbaar in een conflictsituatie bevindt: zijn mijn belangen en positie duidelijk gecommuniceerd?, heb ik iedereen de benodigde informatie gegeven?, heb ik anderen voldoende ruimte en gelegenheid gegeven om vraagstukken op te lossen?, heb ik informatie achtergehouden?, ben ik zelf open en transparant geweest?, ben ik afspraken nagekomen? Vraag hem de antwoorden te checken met de betrokkenen.
Mate van ontwikkelbaarheid
Bij integriteit gaat het om gedrag dat berust op persoonlijke normen en waarden. Het gaat er niet om de integriteit van een medewerker daadwerkelijk te veranderen, maar om de uiting ervan oftewel het vertoonde gedrag. De vraag hierbij is: In hoeverre vertoont iemand integer gedrag? Hierop kan direct bijgestuurd worden en eisen kunnen worden gesteld. Het ontwikkelen van integriteit is moeilijk.
Relatie met de WPV en andere competenties
WPV: Een hoge score op de persoonlijkheidseigenschap zelfonthulling kan correleren met de competentie integriteit. Mensen met een hoge zelfonthulling zullen bereid zijn om zich uit te spreken bij het zien van niet integere handelingen of zullen makkelijker verantwoording nemen voor hun gedrag. Ook kunnen hogere scores op de persoonlijkheidseigenschappen nauwkeurigheid, regelmaat en conformisme integer gedrag voorspellen. Mensen met een hoge voorkeur voor deze eigenschappen neigen naar nauwkeurigheid, orde en discipline en zijn gevoelig voor de geldende normen en waarden wat hen helpt om ethische normen na te leven en zorgvuldig om te gaan met informatie.
Andere competenties: Integriteit heeft een positieve relatie met andere motivationele competenties zoals betrokkenheid, durf en initiatief. Ook de competenties optreden en assertiviteit zijn passend voor het stimuleren van integer gedrag op de werkvloer. Medewerkers bij wie deze competenties voldoende zijn ontwikkeld, willen graag een professionele indruk laten op anderen en zullen opkomen voor hun eigen meningen (ook bij tegendruk van de omgeving).