Competentie: Accuratesse
Langdurig en effectief kunnen omgaan met detailinformatie.
Gedragsbeschrijvingen
- Benoemt relevante details die de grote lijn ondersteunen.
- Haalt de meest relevante details naar boven uit een grote hoeveelheid informatie.
- Pikt zaken op waar anderen overheen kijken.
- Kan lang met details omgaan zonder fouten te maken.
‘…Niets over het hoofd zien…’
Als je vaak degene bent die aandacht vraagt voor de relevantie van details, als je zaken oppikt waar anderen overheen kijken, als je nauwgezet te werk gaat, als je bereid bent om er nog een keertje met de stofkam doorheen te gaan, als je zeker wilt weten dat er niets over het hoofd gezien wordt, dan beschik je over de competentie accuratesse.
Ontwikkel- en leervragen
- Waarom heb ik moeite om langdurig met detailinformatie om te gaan?
- Hoe kan ik nauwkeuriger en systematischer werken?
- Wat zijn relevante details en hoe benoem ik die?
- Waarom werk ik zo slordig?
- Hoe zorg ik dat ik niets over het hoofd zie?
Ontwikkeltips
Tijdens het werk:
- Praat met een ervaren collega over welke details belangrijk zijn in het werk en ga na of je ze allemaal gezien hebt.
- Ga na of het lukt om noodzakelijke informatie snel te vinden. Wat zijn de oorzaken van het eventueel niet kunnen vinden van informatie?
- Ga na of het lukt om de grote lijn van je werk vast te houden. Beantwoord voor jezelf vragen als: ‘Waar ben ik mee bezig? waarom? voor wie? wanneer moet het af zijn? en hoe ga ik het aanpakken?’
- Zorg voor een opgeruimde werkplek en een goed archiveringssysteem. Laat je daarbij assisteren door iemand die daar goed in is.
- Houd je agenda goed bij en maak per dag een lijst waarop staat wat je moet doen en waar je rekening mee moet houden.
- Laat een collega je werk controleren om na te gaan of je niets over het hoofd hebt gezien.
- Werk samen met een collega die goed is in de omgang met details. Hoe organiseert hij/zij het werk? Wat kun je daarvan toepassen in je eigen werk?
- Plan werkzaamheden die veel accuratesse vragen zoveel mogelijk op tijdstippen waarop je niet gestoord wordt door telefoontjes (schakel bijvoorbeeld in overleg je telefoon door) of door binnenlopende collega’s.
- Leg je werk waaraan je bezig bent geweest voor zover mogelijk even opzij en controleer enige tijd later jouw werk op (type)fouten, etc. Laat werk, waarvan het absoluut ongewenst is dat er slordigheidsfouten in zitten, controleren door een collega of jouw leidinggevende.
- Maak gebruik van kantoorhulpmiddelen, zoals een liniaal om de juiste regel aan te wijzen, een documenthouder, spellingscontrole, etc.
Buiten het werk:
- Ga eens na hoe accuraat je bent in jouw thuissituatie: werk je met lijstjes, hoe ruim je jouw spullen op, hoe ziet de administratie eruit? Wen er aan om ook thuis met relevante zaken accuraat te werk te gaan.
- Buiten het werk kun je accuratesse trainen door activiteiten te verrichten die een grote precisie en aandacht voor details vereisen. Dit kunnen zeer uiteenlopende activiteiten zijn, van het penningmeesterschap van een vereniging tot een cursus kalligraferen of muziekles.
- In een training effectief werken kun je leren hoe je jouw werk kunt organiseren en hoe je grip houdt op informatiestromen, zaken terug kunt vinden en snel en efficiënt jouw werk kunt controleren.
- Kijk met een coach naar de wijze waarop je accuraat aan de slag kunt gaan.
Coachingstips leidinggevende
- Bespreek met de medewerker verschillende voorbeelden waarin hij niet accuraat heeft gehandeld waardoor doelen niet bereikt zijn. Wijs de medewerker op het belang van accuraat werken.
- Ga met de medewerker na op welke wijze hij informatie vastlegt en welke systemen/afspraken daarover binnen de afdeling zijn gemaakt. Een voorbeeld zijn de 6 W-vragen (wie, wat, waar, wanneer, waarom, waartoe) en de Hoe-vraag. Op deze manier dwingt de medewerker zichzelf om niets over het hoofd te zien.
- Laat de medewerker opschrijven/bijhouden hoeveel tijd hij kwijt is door het niet snel kunnen vinden van relevante informatie.
- Adviseer de medewerker om eens kritisch te kijken naar het gebruik van de agenda. Eventueel aangevuld met een actielijstje. Bespreek op welke wijze het agendabeheer en de actielijstjes kunnen bijdragen aan accuraat werken.
- Wijs de medewerker op de mogelijkheid om eens bij collega’s na te vragen hoe zij accuraat te werk gaan.
Mate van ontwikkelbaarheid
Accuratesse is goed te ontwikkelen. Een medewerker kan leren hoe hij zijn werk zo kan organiseren dat hij grip houdt op informatiestromen, zaken terug kan vinden en snel en efficiënt kan controleren. Er is echter wel geduld nodig om met details te kunnen omgaan.
Relatie met de WPV en andere competenties
WPV: Accuratesse heeft een relatie met de score op nauwkeurigheid en ordelijkheid. Als je op nauwkeurigheid en ordelijkheid hoog scoort dan is je accuratesse waarschijnlijk groot. Is jouw score op nauwkeurigheid en ordelijkheid laag dan is je accuratesse laag, maar ben je beter instaat om de grote lijn te bewaken en zaken te delegeren. Verder geven de WPV- competenties nauwkeurigheid en kwaliteitsgerichtheid een indicatie van jouw accuratesse.
Andere competenties: Accuratesse heeft vooral een relatie met competenties die betrekking hebben op het nauwkeurig en resultaatgericht uitvoeren van geplande werkzaamheden. Dit zijn de competenties beheersing operaties, kostenbewust handelen, plannen en organiseren, probleemanalyse, resultaatgerichtheid en voortgangscontrole. Daarnaast heeft accuratesse ook een relatie met prestatiemotivatie: de lat hoog leggen voor de kwaliteit van het eigen werk en hier geconcentreerd en secuur aan werken.
Literatuur
Roderik Bender: voor controlefreaks, alleswillers en andere druktemakers