Competentie:
Aanspreken op gedrag

 

Spreekt de ander aan op de afspraken die gemaakt zijn over gewenst gedrag in diens taak, rol of functie.

Gedragsbeschrijvingen

  • Geeft duidelijk aan welk gedrag verwacht wordt van de ander in het kader van diens taak, rol, of functie.
  • Spreekt anderen aan op het gedrag dat van hen verwacht wordt in hun taak, rol of functie.
  • Helpt de ander waar nodig om het gedrag te vertonen dat afgesproken is binnen zijn taak, rol of functie.

 

 

‘…Dat wordt anders wel van je verwacht, hoor…’

 

Als je er niet voor terugschrikt om anderen de spiegel voor te houden, als je in staat bent om anderen duidelijk te vertellen waar hun optreden wat jou betreft op neer komt, als je anderen bruikbare tips en aanwijzingen kunt geven waarmee zij hun optreden kunnen verbeteren, dan beschik je over de competentie aanspreken op gedrag.

 

 

Ontwikkel- en leervragen 

  • Waarom vind ik het moeilijk om een ander aan te spreken op zijn gedrag?
  • Waarom kan ik een ander niet duidelijk maken wat ik van hem verwacht?
  • Ik vind het lastig om mensen aan te spreken als hun gedrag me niet bevalt. Wat kan ik daar aan doen?
  • Hoe kan ik medewerkers die hun afspraken niet nakomen het beste daarop aanspreken? 
  • In het werkoverleg knikte iedereen instemmend en vervolgens gebeurt er niets. Wat kan ik daaraan doen?

 

Ontwikkeltips

Tijdens het werk:

  • Ga voor jezelf na waarom je in een bepaalde situatie mensen wel of mensen juist niet aansprak op hun gedrag. Wat is volgens jou de oorzaak hiervan?
  • Vraag aan collega’s feedback over de wijze waarop je anderen aanspreekt op gemaakte afspraken. Welke tips en suggesties hebben ze voor jou? Eventueel kun je gebruik maken van het instrument 360 graden feedback.
  • Op het moment dat je een collega wilt aanspreken op zijn gedrag, formuleer je boodschap dan in de ik-vorm. Probeer te formuleren wat je feitelijk hebt waargenomen.
  • Houd bij in een logboek wanneer je iemand aanspreekt en waarvoor. Ga voor jezelf na of er een balans te vinden is tussen te veel en te weinig aanspreken. Neem ook de tijd voor het aanspreken op gedrag en zorg voor een geschikte locatie. Noteer succesfactoren in je logboek.
  • Ga voor jezelf na hoe je aangesproken zou willen worden als je een afspraak niet zou nakomen. Wat werkt wel en niet bij je en waarom? Gebruik de uitkomsten in het aanspreken van je eigen medewerkers.

 

Buiten het werk:

  • Bij Freudenberg zijn diverse trainingen en/of coachingstrajecten persoonlijke effectiviteit of assertiviteit. Hierin wordt aan de hand van diverse situaties ingegaan op manieren om anderen aan te spreken op hun gedrag.
  • Bespreek met een coach verschillende situaties waarin je anderen aanspreekt op gemaakte afspraken. Wat werkt belemmerend? Wat werkt motiverend? Welke verbeterpunten kun je hieruit halen?

 

Coachingstips leidinggevende

  • Geef aan welk gedrag verwacht wordt van de ander in het kader van diens taak, rol of functie.
  • Maak met de afdeling afspraken over de wijze waarop mensen elkaar aanspreken op gedrag. Laat mensen weten dat het lastig is, en dat zaken soms anders overkomen dan bedoeld. Laat medewerkers daarop reageren.
  • Geef de medewerker de kans om een vergadering of werkoverleg voor te zitten waarin een aantal actiepunten worden besproken. Laat de medewerker de vergadering goed voorbereiden en vooraf in kaart brengen op welke wijze hij/zij de aanwezigen gaat aanspreken op het wel of niet nakomen van afspraken. 
  • Bespreek met de medewerker diverse situaties waarin van hem verwacht wordt om anderen aan te spreken op gedrag. Ga na waarom het in de ene situatie wel lukt en de medewerker in de andere situatie moeite heeft om assertief te reageren.
  • Spreek anderen positief kritisch aan op hun leerpunten en laat anderen van hun fouten leren.
  • Deel eigen ervaringen en kennis met anderen.

 

Mate van ontwikkelbaarheid

De competentie aanspreken op gedrag is redelijk goed te ontwikkelen als een medewerker over voldoende durf en zelfvertrouwen beschikt en de omgeving hem/haar accepteert. Daarnaast is respect voor anderen van belang. Alleen dan kan een medewerker anderen op een positieve manier tegemoet treden.

 

Relatie met de WPV en andere competenties

WPV: Aanspreken op gedrag heeft een relatie met de score op zelfvertrouwen, frustratietolerantie en de competenties aansturen van individuen en optreden. Als deze onderdelen hoog scoren, zal je makkelijker mensen aanspreken op gedrag dan wanneer deze laag scoren.
Andere competenties: De competentie aanspreken op gedrag vertoont een relatie met de competentie zelfvertrouwen en durf. Deze competentie wordt namelijk meestal ingezet in lastige situaties. Om mensen direct aan te spreken, is een zelfverzekerde indruk nodig en ook moed om lastige situaties aan te pakken. Tevens heeft de competentie aanspreken op gedrag een relatie met andere competenties waarbij interactie, communicatie, persoonlijk optreden en sociale vaardigheid van belang is.

 

Wil je meer weten over de andere competenties? Klik af en bekijk ons competentieboek!

 

Literatuur

Alles wat je aandacht geeft, groeit van Cora Smit, Saskia Tjepkema

Aanspreken? Gewoon doen! van Gytha Heins