Individueel

 

Hier vind je de handleidingen voor de spellen die je alleen kunt spelen. 

 

  1. Kernkwadranten
  2. Wapenschild
  3. (Zelf)kennis is macht
  4. Dierentuin
  5. Themaweek

1.    Kernkwadranten leggen

 

Ofman heeft een model ontwikkeld dat je kunt gebruiken om naar jezelf en je interactie met anderen te kijken. Het geeft aan in welke richting je jezelf kunt ontwikkelen. Het model gaat ervan uit dat je kernkwaliteiten tevens je valkuilen zijn en bepalen waar je je aan ergert bij anderen (allergie). Maar ook waar je uitdaging ligt. Wat je verder zou kunnen ontwikkelen, om te voorkomen dat je kernkwaliteit je valkuil wordt.

Een prettige bijkomstigheid van de kennis van het kernkwadrantenmodel is dat je je niet meer zo irriteert aan anderen, maar veel meer gefocust wordt op: “Wat kan ik leren van de kwaliteit achter deze allergie?”. Oftewel wat kan ik leren van de ander in plaats van mij aan die persoon te ergeren.

 

  1. Leg voor je zelf 8- 10 kwadranten (zie afbeelding) met behulp van de kaarten. Je kunt beginnen op elke willekeurige plek in het model dus, bij de allergie, de uitdaging , de valkuil of de kwaliteit. Als je het lastig vindt vraag dan een goede vriend(in) of je partner om je te helpen.
  2. Als je je kwadranten klaar hebt reflecteer dan op de volgende vragen:
    1. Wat vind je van je kwadranten als geheel: Geeft dit een goed beeld van jouw persoonlijkheid of mis je iets.? Zo ja, vul je kwadranten aan.
    2. Lees hardop achter elkaar als je kwaliteiten op. Stel je daarna de vraag hoe het is om deze zo uit te spreken. Herhaal dit ook voor de valkuilen, uitdagingen en allergieën.
    3. Welke temperament overheerst er bij je kernkwaliteiten, en herken je dat? Doe dit vervolgens ook voor de valkuilen, uitdagingen en allergieën.
    4. Zijn er kernkwaliteiten die elkaar versterken: bij voorbeeld daadkracht en gedrevenheid of mensgericht en zorgzaam? Zo ja wat betekent dit dan voor jou?
  3. Reflecteer wat je met deze kennis kunt doen in je werk en/of je privéleven.

 

Kernkwaliteiten

Kernkwaliteiten zijn sterkten, krachten of positieve eigenschappen van jezelf. Hoe

spoor je je kernkwaliteiten nu op? Deze zijn soms zo met jezelf, met je binnenste kern

verbonden, dat je ze eigenlijk niet bijzonder vindt. Deze kwaliteiten gebruik je om

resultaten te bereiken in jouw werk. Maar ook in je privéleven. Je wordt er vaak over

gecomplimenteerd, maar zelf vind je het waarschijnlijk niet eens zo bijzonder.

 

Valkuil

Een valkuil is een uit het lood geslagen kernkwaliteit. Wanneer je teveel van jouw

kernkwaliteit toepast, wordt het negatief. Beschik je over veel daadkracht, dan kan

het zo zijn dat je valkuil drammerigheid is. Een overdosis daadkracht leidt ertoe dat

anderen je als drammerig gaan ervaren. Indien je een kernkwaliteit benoemd hebt,

kun je je afvragen waarin deze kan ontaarden. Ook kun je je afvragen aan welke

eigenschappen anderen zich ergeren of waardoor zaken mislopen.

 

Uitdaging

Je uitdaging is nu te definiëren als het tegenovergestelde van je valkuil. Wat is een

positieve benaming daarvoor? Zo is het tegenovergestelde van drammerigheid

bijvoorbeeld geduld of tact. Door je uitdaging te ontwikkelen ontstaat een combinatie

tussen je kernkwaliteit en je uitdaging. De kunst is het om ‘Geduldige Daadkracht’ te

ontwikkelen.

 

Allergie

Je allergie tenslotte is iets waar je je bij anderen aan irriteert. Het is het

tegenovergestelde van je eigen kernkwaliteit. Maar ook een overdosis van jouw

uitdaging! In het voorbeeld gaat het om ’te geduldig’ ofwel ‘passiviteit’. En dat is het

tegenovergestelde van jouw kernkwaliteit. Waarschijnlijk erger je je aan mensen die je

als te passief beleeft. Ze vormen immers een blokkade voor je daadkracht. Hier

liggen potentiële samenwerkingsconflicten.

 

2.    Wapenschild

 

Maak je eigen wapenschild door de kaartjes neer te leggen in een vierkant.

  1. Wat zijn jouw kwaliteiten? Zoek minimaal 4 talent kaartjes die op jou van toepassing zijn en leg ze op vakje 1.
  2. Wat zijn jouw valkuilen? Zoek minimaal 4 talent kaartjes die op jou van toepassing zijn en leg ze op vakje 2.
  3. Waar kun jij bij geholpen worden door jouw naasten of door jouw collega’s kijkend naar jouw functie, jouw team en de organisatie? Schrijf dit op een briefje of post it en plaats deze op vakje 3.
  4. Wat breng jij aan de mensen om je heen? En wat heb je in de aanbieding voor jouw teamgenoten ten aanzien van de samenwerking, de taak van het team? Schrijf dit op een briefje of post it en plaats deze op vakje 4.
  5. Reflecteer op je wapenschild. Wat zijn je voornemens naar aanleiding hiervan? Wat ga je meer vanzelf jezelf laten zien en waarbij ga je om hulp vragen?

3.    (Zelf)kennis is macht

 

  1. Neem de gehele stapel met ‘talenten’ naar voren en lees steeds het bovenste kaartje. In welke uitspraak herken je je wel? Leg deze rechts van je. Herken je jezelf niet, leg je het kaartje links van je.
  2. Als je de hele stapel gehad hebt, leg je alle kaarten links weg. Hier doe je niks meer mee. Bestudeer de stapel rechts. Welk dier zie je het meeste terug? Klopt dat bij wat jij dacht dat jouw temperament is?
  3. Lees nu ook de achterkant van jouw talenten; wat zijn jouw valkuilen? Herken je jezelf erin?
  4. Schrijf 3 goede voornemens op voor jezelf aan de hand van jouw talenten en valkuilen en reflecteer hier na twee weken op.

 

4.    Dierentuin

 

Lees de talent- en valkuilkaartjes en leg de kaartjes opzij waar jij je het meeste in herkent. Als je door de stapel heen bent, tel je welke dieren je het meest ziet. Klopt het dier bij het temperament dat je dacht te zijn? Lees het passende hoofdstuk in “wie temt het beest in jou?” van drs. Inga Freudenberg- van Gastel. Schrijf op wat je bij blijft uit de hoofdstuk en neem je minstens twee goede voornemens voor ten aanzien van je temperament.

 

5.    Themaweek

 

Blader door de kaartjes heen en kies een kaartje dat je aanspreekt. Dit kan een talent, valkuil, allergie of uitdaging zijn. Dit is jouw thema kaart van de week. Neem de kaart mee, bijvoorbeeld in je telefoonhoesje, portemonnee of hang hem aan je computerbeeldscherm. Probeer elke dag een goed voornemen uit dat in dit thema past.

Zo kun je elke week een nieuw thema kiezen. Reflecteer aan het einde van de week wat je geleerd hebt. Wat vond je fijn? Wat ga je vasthouden of vaker doen? Wat ga je juist niet meer doen?

<!-- End Google Tag Manager (noscript