Definities van de persoonskenmerken

 

Hier vind je de definities van de persoonskenmerken die voorkomen in het temperamentenspel. 

 

Invloed: de mate waarin iemand zijn of haar omgeving bepaalt en hoe onafhankelijk hij of zij zich opstelt.

 

 Status

Het best mogelijke willen bereiken. Hogerop willen komen.

 Dominantie

De leiding nemen. Een bepalende rol spelen bij de samenwerking.

 Competitie

Beter willen zijn dan anderen.

 Zelfvertoon

Graag in het middelpunt van de belangstelling staan.

 

Sociabiliteit: kenmerken die het persoonlijke contact met anderen bepalen.

 

 Contactbehoefte

Behoefte hebben aan gezelschap.

 Sociaal ontspannen

Zich ontspannen voelen in het contact met anderen.

 Zelfonthulling

Eigen gevoelens met anderen willen delen.

 Vertrouwen

Geloven in de goede bedoelingen van anderen.

 Hartelijkheid

Aardig, vrolijk en opgewekt zijn tegen anderen.

 Zorgzaamheid

Zich betrokken voelen bij anderen. Anderen graag willen helpen.

 

Gedrevenheid: de drijfveren van een persoon op werkgebied.

 

 Energie

De energie hebben om veel te doen.

 Zelfontwikkeling

Gedreven zijn eigen kwaliteiten helemaal te benutten.

 Volharding

Inzet tonen. Taken en afspraken serieus nemen en nakomen.

 Variatiebehoefte

Zich makkelijk aanpassen aan nieuwe omstandigheden.

 Originaliteit

Nieuwe oplossingen bedenken. Creatief zijn.

 Onafhankelijkheid

Zaken op eigen manier uit willen voeren.

 

Structuur: de mate waarin iemand zich doelgericht gedraagt en zichzelf organiseert.

 

 Ordelijkheid

Zelf structuur aanbrengen.

 

 Nauwkeurigheid

Zorgvuldig werken, met oog voor details.

 

 Regelmaat

Behoefte hebben aan orde en regels.

 

 Conformisme

Zich kunnen aanpassen aan de geldende normen en waarden. Gezag respecteren.

 Weloverwogen

Zorgvuldig nadenken voordat gehandeld wordt.

 

 

Stabiliteit: de mate waarin iemand emotioneel stabiel is, zelfvertrouwen en incasseringsvermogen heeft. De mate waarin iemand zich over het algemeen goed voelt.

 

 Zelfvertrouwen

Zelfverzekerd zijn.

 

 Positivisme

Een positieve kijk op het leven hebben.

 

 Frustratietolerantie

Zich verdraagzaam opstellen naar anderen.

 

 Incasseringsvermogen

Adequaat om kunnen gaan met kritiek en tegenslag.